Klustervlieg
Uiterlijk
- De klustervlieg lijkt enigszins op de kamervlieg en is ca. 8 mm lang (langer dan de kamervlieg)
- Veel goudkleurige haren op de bovenzijde van de thorax.
- Abdomen grijs
Ontwikkeling
- Volledige gedaanteverwisseling
- De ontwikkeling van ei tot volwassen dier vindt buiten gebouwen plaats
- Komen in het najaar in grote aantallen in groepen gebouwen binnen om te zoeken naar goede overwinteringplaatsen, vaak spouwmuren
- De eitjes worden door het vrouwtje alleen afgezet in de kieren
- van de grond
- In de zomer komen de eitjes na 3 dagen uit
- De larven van de klustervlieg parasiteren op regenwormen (zo gaan ze mee de grond in) en leven 's zomers buiten. De larven eten de wormen van binnenuit op.
- Als de larve het popstadium bereikt heeft, verlaat hij de worm om zich in de grond te verpoppen
- Waarschijnlijk 1 tot 2 generaties per jaar
Leefwijze
- In het najaar verenigen de vliegen zich in zwermen en gaan zij op zoek naar een overwinteringplaats, bijvoorbeeld in holle bomen of in spouwmuren. Soms zoeken ze de holle ruimten van huizen, woonflats en kantoorpanden
- In het voorjaar, als de zon gaat schijnen en het warmer wordt, ontwaken de vliegen uit hun rusttoestand. Ze hebben dan de neiging actief te worden en gaan zich in het gebouw verspreiden
- Tijdens de eerste warme dagen houden zij zich overdag op aan de buitenzijde van de gebouwen waar ze overwinterden. Door naden en kieren komen ze naar buiten. Na verloop van enkele weken zullen zij hun overwinteringplaats definitief de rug toekeren
Schade
- Door grote aantallen in gebouwen tijdelijk hinderlijk
Wering / Preventie
- Horren plaatsen in open ramen en deuren, andere openingen in buitenmuren dichten of voorzien van fijnmazig horrengaas
- Kleine roosters op/in de ventilatieopeningen in de muur plaatsen
- Dichtkitten van de ruimte tussen kozijn en de muur (naden en kieren)
- N.B. Vliegen kunnen ook via de dakpannen binnendringen