Veldmuis
Uiterlijk
- De rug is bruin tot grijsbruin, soms kleurvariaties tot zwart toe. De buik is lichter tot lichtbruin
- Plompe bouw, stompe snuit, in de vacht verborgen oren en ogen. De veldmuis maakt een kortharige, gladde indruk
- Volwassen: 9,5 tot 12 cm lichaamslengte
- Staartje veel korter dan lichaam (ca. 1/3 lichaamslengte); lengte staart 4,5 cm
- Pasgeboren veldmuisjes zijn kaal en blind
Ontwikkeling
- Wijfjes gemiddeld 5 à 6 worpen per jaar (soms 3 tot 7); nestgrootte: 5 tot 6 jongen
- Draagtijd: 3 weken
- Zoogperiode: onbekend, vermoedelijk 3 à 4 weken
- Jongen na 25 dagen geslachtsrijp
- Maximale levensduur: 1 jaar tot 16 maanden
Leefwijze
- Uitstekende graver; leeft bij voorkeur op droge, zonnige en beschutte plaatsen; vooral met ruige en dichte plantengroei
- Voedsel: graangewassen, bollen, aardappelen, kool, wortels en ook boomschors
- Schuilplaatsen: ondergronds in zelf gegraven holen; meestal horizontaal, maar soms loodrecht of schuin omlaag tot wel 60 cm diepte; nesten op 15 tot 30 cm
- De uitgangen van het nest zijn altijd geopend en onderling verbonden door -voor de veldmuis typerende- looppaadjes
- Sporen: holen, uitwerpselen 0,4 tot 0,8 cm lang, 0,2 cm dik, groenachtig, rond holen en bij 'eetplaatsen'
- Veldmuizen klimmen en springen zelden of nooit
Schade
- Knaagschade aan de bast aan de voet van jonge bomen
- Overbrengen van modderkoorts
- Schade in weilanden door ondermijnen van de grasmat of het bouwland door knagerij
- Schade in boomgaarden kan zeer aanzienlijk zijn (ringen van de bomen)
Wering / Preventie
- Voorkomen dat voor veldmuizen geschikte biotoop ontstaat, dus geen terreinen met ruige begroeiing
- Goed weidebeheer, grasmat kort egaal houden; slootkanten schoon houden, begroeiing kort houden
- Boomgaardbescherming, bomenrij in zwarte grond; valfruit, snoeihout en zwad verwijderen bij windsingels, bodembegroeiing kort houden