Zachte houtwormkever
Uiterlijk
- De zachte houtwormkever is roodachtig bruin en heeft een opmerkelijke lange antennen
- Het halsschild is gewelfd, hals- en dekschilden zijn dicht behaard
- Deze kever is 4 tot 6 mm lang
- De larven zijn vaalwit tot wit van kleur; ook de larven zijn harig
Ontwikkeling
- Volledige gedaanteverwisseling
- Het vrouwtje legt haar eieren in spleten en holten van de bast van bomen
- De eitjes worden in juni tot augustus gelegd
- De larven hebben een ontwikkelingstijd van 1 tot 2 jaar
- De verpopping vindt dicht op of onder de bast plaats in een zogenaamde poppenwieg
- De uitvliegopening is cirkelvormig en heeft een diameter van ongeveer 2,5 mm
Leefwijze
- Zachte houtwormkevers komen voor in hout waar de bast nog omheen zit, meestal min of meer gedroogd naaldhout
- De aantasting blijft beperkt tot de buitenste lagen van het spint
- Het boormeel ziet er uit als kogelvormige bolletjes
Schade
- De zachte houtwormkever tast hout aan waar de bast nog omheen zit
- Hout dat in gebouwen verwerkt is, kan door de larven verder worden aangetast
- Er vindt geen her infectie meer plaats
Wering / Preventie
- Gebruik geen hout met de bast er nog op